Ze was al heel oud maar wist nog goed wat ze wilde.
En vooral wat ze niet wilde.
Ze had immers meer dan 10 kinderen grootgebracht.
Geboren en getogen in Dalfsen.
Ze kende iedereen en iedereen kende haar.
Nooit ziek.
Nooit naar de dokter.
Totdat ze viel en een breuk opliep.
Toen moest ze wel naar het ziekenhuis.
En daarna naar een revalidatiecentrum in Zwolle.
Daar lag ze eenzaam in het grote bed in een grote instelling met kinderen op afstand.
De arts vertelde dat ze niet meer zou opknappen.
Tja en dan……
Schoondochter is vrijwilliger in het hospice.
Zou het hospice iets zijn?
En zo werd gewikt en gewogen en kwam mw. in ons hospice.
Niet alleen mw. maar ook de kinderen.
En de kleinkinderen.
En de schoonkinderen.
En de achterkleinkinderen.
En de buren……..
En de gewoontes van thuis kwamen in ons hospice.
Zoals een borreltje voor het slapen gaan.
Ze dronk weinig en at niet meer.
Een van de dochters had de gewoonte om elke dag naar haar moeder te gaan.
Ach en als je de sleutel van het huis krijgt kan dat ook gewoon in het hospice.
Thuis werd er elke avond een borreltje ingeschonken.
Voor het slapen gaan maar dan de glaasjes opruimen voor dat de avondzuster kwam.
Want stel je voor dat ze de glaasjes zag staan.
Ook die gewoonte ging gewoon door in ons hospice.
Hele glaasjes ging niet meer.
Maar de moeder en dochter traditie kreeg een aangepaste vorm.
2 glaasjes: 1 voor de dochter en met een vinger dopend in het glaasje voorzichtig aanbrengend op de lippen van de oude moeder werd de berenburger traditie in ere gehouden.
Toen de oude moeder haar ogen voorgoed sloot en dochter de kaars uitblies was de cirkel rond en is de herinnering geboren.
Marieke Postema