Wie kent haar niet?

De telefoon in het hospice gaat. Het is de transferverpleegkundige van het ziekenhuis met de vraag of we een plekje hebben. We hebben plek en de verpleegkundige vertelt om wie het gaat en wat er speelt. Ik schrik, want ik ken deze mevrouw. Natuurlijk blijf ik professioneel, want dit is mijn werk, maar toch schrik ik en gaan er veel gedachten door mijn hoofd. Ik ben blij dat we plek hebben en haar wens om naar het hospice te gaan kunnen vervullen.

 

De volgende dag is ze gekomen. Nog verbaasd van de snelheid van de opname in het ziekenhuis en de overplaatsing naar het hospice. De schrik in het ziekenhuis toen de diagnose werd gesteld.

De vraag of ze naar het hospice wilde. Natuurlijk wilde ze niet naar een hospice, want ze wilde gewoon naar huis en naar haar man. Haar leven oppakken en gezond zijn. Hoe konden ze vragen of ze naar het hospice wou?

 

Gaandeweg besefte ze dat dit een kans was om dichtbij haar man te blijven. In haar vertrouwde Dalfsen, waar ze iedereen kent en haar hele leven woont. Zo leerden we haar beter kennen en merkten we dat iedereen háár kende. Van tuinvrijwilliger tot zorgvrijwilliger. Van boodschappenvrijwilliger tot coördinator. Een echte Dalfsenaar met een vlotte, gezellige babbel. Natuurlijk kwam er veel bezoek, van ‘s morgens tot ‘s avonds.

 

Dankbaar voor de vele mooie herinneringen, zoals samen met man en kinderen met de wensambulance naar de Brug in Ommen, waar het gezin zo vaak kwam. De ambulance die speciaal nog even langs haar huis reed en nog even stopte bij de voor het gezin zo vertrouwde Vecht.

Daarna het nagenieten van de foto’s en de verhalen over de dag. Dankbaar voor het leven, voor de zon, het fijne bed, de mooie tuin en de lieve vrijwilligers. Het lekkere eten en de vogels in de tuin. Het vele bezoek, de kinderen en de aandacht.

 

‘Nee’ zeggen tegen bezoek kon ze niet, dat was moeilijk. Toen we zagen dat dit te vermoeiend werd, hebben we samen met haar en haar gezin afspraken gemaakt. Één van de afspraken was: als echtgenoot er is laten we niemand binnen en doen we haar deur dicht. Respect voor het samen zijn en de liefde samen. Respect voor de kostbare tijd waarvan niemand weet hoelang of hoe kort die duurt. Dat gold ook als beide kinderen er waren. Langzaam gaf ze aan dat het goed was als de grote kring bezoek kleiner werd.

 

In deze periode werden er op de achtergrond nieuwe vrijwilligers opgeleid die na de training kwamen meelopen. Het betekende voor haar dat er soms twee vrijwilligers aan haar bed stonden.

Hier hebben we haar op voorbereid en samen besloten dat ze onderdeel is van ons team als ervaringsdeskundige. Het leidt af van het ziek zijn.

 

Ondertussen werd de tijd opgevuld met haak- en breiwerk, wat ze prima in bed kon doen. Projecten die af moesten, want daar kon ze weer mensen blij mee maken. Uit bed komen ging niet meer. Dankbaar voor de kippenpootjes die werden gebracht. Het eten van beschuit met aardbeien op bed samen met echtgenoot en zoon. Kruimelen in bed? Ach dat is niet erg. Samen met haar man een gebakje eten op bed. De deur van haar kamer zorgvuldig gesloten.

 

Maar naast de dankbaarheid ook de tranen. Zorgen om man en kinderen die alleen achterblijven als ze er straks niet meer is. Haar man die elke dag weer thuiskomt in het lege huis. Heimwee naar haar huis waar niets meer wordt zoals het was. Tranen van emotie en tranen van verdriet. En elke keer weer haar verontschuldiging: ‘Stom hè, die tranen’. Nee dat is niet stom. Hier mag je huilen.

Hier mag je lachen. Hier hoeft niks. Hier mag je zijn wie je bent.

 

Heel langzaam zien we haar wat stiller worden en zijn er momenten dat ze graag alleen is.

Heel langzaam zien we dat het eten wat minder smaakt en dat de maaltijden kleine hapjes worden.

Elk proces is anders.

We volgen en aanvaarden,

 

Ach wat leren we ook weer veel van deze bijzondere dame in haar eenvoud, eerlijkheid en puurheid.

 

Marieke